Campagne gemeenten in nood
In 2020 zijn we als samenwerkende gemeenten in Hart van Brabant een campagne gestart richting het Rijk.
Het gaat (nog) goed in het Hart van Brabant. Nederlanders wonen en verblijven hier graag. Intensieve samen- werking van de negen gemeenten in deze regio is daarbij een belangrijke factor in het behouden van en streven naar brede welvaart. Deze samenwerking is er op alle domeinen: fysiek, economisch en sociaal. Om onze gezamenlijke rol als lokale overheid te kunnen blijven spelen, moet onze financiële huishouding weer op een gezond niveau komen. Dat is ons gezamenlijk belang.
We moeten als (de)centrale overheden samen aan de slag om:
- Onze diensten, voorzieningen en rol als betrouwbare partner voor inwoners en bedrijven te behouden. Wat nu verdwijnt, kan in de toekomst alleen tegen hogere kosten worden hersteld;
- Te investeren in het bestrijden van de gevolgen van de COVID-crisis;
- Te investeren in lopende transformaties als het sociaal domein en de energievoorziening. Betaalbaarheid op langere termijn vraagt nu om investeringen.
Om onze rol in deze opgaven te kunnen vervullen is een gezonde financiële huishouding nodig. Die is nu niet in beeld. U kunt op drie manieren ingrijpen om daar weer toe te komen:
- Schaf de opschalingskorting af
De gedachte achter deze korting is achterhaald. De verplichting tot opschaling naar 100.000+ gemeenten is er niet meer en het is duidelijk dat efficiencyvoordeel bij herindeling niet opgaat. Dan is het logisch de korting die voor de Regio Hart van Brabant in 2025 oploopt naar 25 miljoen te laten vervallen. Niet alleen tijdelijke op- schorting maar definitief. - Compenseer de tekorten op het sociaal domein
De tekorten in het sociaal domein groeien door toenemende en verzwaarde problematiek bij jeugdhulp en Wmo. Ook het hanteren van een vast abonnementstarief voor Wmo geeft extra kosten. Tot slot is de jaarlijkse indexering onvoldoende. Gevolg: € 30 miljoen tekort voor jeugdhulp (zonder de tijdelijke compensatie van het Rijk) en € 15 miljoen voor Wmo in onze regio. - Zorg voor een gebalanceerde normeringssystematiek
De normeringsystematiek past niet bij de huidige realiteit. Deze is niet aangepast aan de taken die gemeenten er sinds 2015 bij hebben gekregen (zorg, jeugd, onderwijs en participatie). Dat gaat wel over 40 – 50% van de begroting. Dit heeft met name grote gevolgen voor jeugdzorg en Wmo. Deze realiteit past niet bij de werking van trap-op-trap-af tussen gemeenten en Rijk.
Videoboodschap maatschappelijke functies gemeenten onder druk
Nederland behoort tot de top 10 met gelukkigste mensen ter wereld. Als je het aan kinderen vraagt staan we zelfs op nummer 1. Midden-Brabanders zijn van nature warme en gemoedelijke mensen. Dat zit diep in onze genen. Dat maakt het hier fijn leven en verblijven. Juist daarom is het van belang onze voorzieningen te behouden en moet de financiële huishouding van gemeenten weer op een gezond peil gebracht worden! Actie is nodig. #RegioHartvanBrabant #gemeenteninnood
Andere lobby-activiteiten
- Position paper rondetafelgesprek Hervormingsagenda Jeugdhulp, juni 2023
- Brief aan Gedeputeerde Staten Provincie Noord-Brabant, juli 2022
- Raadsinformatiebrief, november 2020
- Motie gemeenteraden ‘Gemeenten hebben meer structureel geld nodig’, september 2020
- Lobbybrief aan Tweede Kamer, september 2020
- Brief aan Tweede Kamer, commissie Binnenlandse Zaken, juni 2020
Berichten vanuit onze gemeenten
Onderstaande berichten geven een idee van de druk op de lokale begrotingen.
- Dongen: Dongense VVD: “Stop uitholling gemeente”, bron: Langstraat Media, september 2020
- Gilze en Rijen: Gilze en Rijen wil meer geld voor zorg: ‘Problemen worden alleen maar groter’, bron: Algemeen Dagblad, 1 oktober 2020
- Goirle: Goirle laat bewoners meedenken over bezuinigingen, bron: Omroep Tilburg, 21 september 2020
- Heusden: Al spartelend een noodkreet vanuit het zwembad. ‘Hugo help ons, dit moet je niet willen’, bron: Brabants Dagblad, 30 september 2020
- Loon op Zand: Loon op Zand vraagt inwoners: ‘Adopteer een plantenbak, dan kunnen ze misschien blijven staan’, bron: Brabants Dagblad, 21 oktober 2020
- Tilburg: Uitblijven zorggelden is smet op begroting Tilburg, ‘Nalatigheid Rijk niet op inwoners afschuiven’, bron: Brabants Dagblad, 16 oktober 2020
Berichten vanuit de landelijke samenwerking
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) zet zich eveneens in voor een herziening van financiële middelen. In de lobby naar het Rijk heeft de VNG opgeroepen gebruik te maken van #gemeenteninnood. Ook is er een dossier op de website van de VNG >
Een greep uit de berichtgeving:
- VNG dreigt deur met kabinet dicht te gooien, bron: Binnenlands Bestuur, september 2020
- Geen enkele gemeentebegroting structureel sluitend, bron: Binnenlands Bestuur, september 2020
- Eerste reactie VNG op voorlopige uitkomsten herijking gemeentefonds per gemeente
bron: YouTube VNGemeenten, februari 2021 - VNG resolutie ‘Herstel van bestuurlijk en financieel vertrouwen’, bron: VNG Nieuws, februari 2021
- Gemeenten: uitspraak over jeugdzorg is doorbraak, bron: NOS, mei 2021
- Geen extra jeugdgeld gemeenten, bron: Binnenlands Bestuur, maart 2021
Onderstreping van onze oproep met krachtige voorbeelden
Onze oproep aan het Rijk kunnen we versterken met legio voorbeelden. We hebben zoveel moois opgebouwd in het hart van Brabant. We hebben mooie ontwikkelingen ingezet en al veel geleerd. Hoe we samen onze samenleving beter kunnen maken en hoe we kunnen werken aan brede welvaart. Want dat het fijn wonen, verblijven en recreëren is in Midden-Brabant, dat is een onweerlegbare waarheid voor ons. Alleen mogen we dat ons niet laten ontglippen.
Onderstaande voorbeelden staven onze oproep naar het Rijk: zorg voor een gezonde financiële positie van gemeenten.
Investeren in preventie sociaal domein
Sociaal domein: maak investeren in preventie mogelijk
Wat hebben we bereikt?
We hebben in regio Hart van Brabant een succesvolle transitie van nieuwe taken Wmo en Jeugd achter de rug. Nu voelen we de door het Rijk doorgevoerde bezuinigingen bij deze decentralisaties. De vraag naar zorg en ondersteuning vanuit inwoners (onder andere door de vergrijzing) neemt toe terwijl de inkomsten vanuit het Rijk dalen. Deze stijging van de vraag en de onkosten door de coronacrisis, samen met de daling van inkomsten, kunnen de genadeklap betekenen voor een professionele invulling van taken in het sociaal domein door gemeenten.
Preventie belangrijk op langere termijn
We geloven in onze meerwaarde in het sociaal domein. Tegelijkertijd is het een opgave dat financieel verantwoord te doen. Er lopen nu verschillende initiatieven waarbij we aan de voorkant investeren. Aandacht voor preventie en oplossingen in de sociale basis. Door verbinding met het onderwijs, welzijnsvoorzieningen en sport en begeleiding voor kwetsbare groepen bijvoorbeeld. De Tilburgse hefbomensystematiek laat zien dat dat rendeert. Ook onze regionale aanpak Maatpact, waar de negen gemeenten binnen Hart van Brabant in deelnemen, maakt dat duidelijk. Maar het omschakelen naar deze kostenbesparingen op lange termijn vergt een investering op korte termijn. Als we kunnen investeren aan de voorkant, kunnen we de stijgende kosten een halt toeroepen. Anders is en blijft het dweilen met de kraan open. Tegelijkertijd blijft het beheersen van de kosten van de Wmo en Jeugdhulp weerbarstig in het licht van de bemoeienissen van het Rijk.
Stop deze vicieuze cirkel
Het is bekend dat inwoners met schulden steeds minder in staat zijn helder te denken. Laat gemeenten onder druk van dreigende schulden niet hetzelfde overkomen. Het risico is nu dat controle en beheersing aan de achterkant meer aandacht krijgen dan preventie aan de voorkant. Dat helpt uiteindelijk niemand.
Investeren in nabijheid sociaal domein (Tilburg)
Sociaal domein: investeren in nabijheid loont
Klantregie in Tilburg
Wat hebben we bereikt?
Tilburg zet in op persoonlijk contact, het geven van vertrouwen en het bieden van maatwerk als het gaat om het zelfredzamer maken en het vergroten van de bestaanszekerheid van kwetsbare inwoners. Dat doen we omdat we een stad willen zijn waar iedereen gezond en gelukkig kan zijn en mee kan doen in elke fase van het leven, met passende ondersteuning voor wie dat nodig heeft. De aanpak geeft mensen regie op het eigen leven door ruimte te bieden voor eigen initiatief en het nemen van verantwoordelijkheid. We spreken mensen vooral aan op hun talenten in plaats van op hun kwetsbaarheid. We tonen ons als overheid betrokken bij hun situatie. Mensen bloeien dan op, ze worden actief, zien weer perspectief en willen weer meedoen in de samenleving.
Kortom, we zien dat nabijheid, vertrouwen en maatwerk werkt. Deze aanpak resulteert in toenemende participatie op zowel arbeidsmarkt als in de samenleving, met bijkomende voordelen als meer welbevinden en gezondheid.
Kwetsbare groep heeft juist nu steun nodig
Corona heeft een forse impact op de samenleving en de arbeidsmarkt. Juist voor deze doelgroep, de meest kwetsbaren met een grote afstand tot de arbeidsmarkt, dreigt verdringing op die zelfde arbeidsmarkt. De coronacrisis blijkt dus deze meest kwetsbare inwoners extra hard te treffen. Ook loopt de vernieuwende aanpak vertraging op door de coronamaatregelen, die het moeilijker maken om in de begeleiding van klanten persoonlijke aandacht en nabijheid goed in te vullen.
Onze opgave is de beweging die we hebben ingezet te behouden. We willen ervoor zorgen dat de investeringen die we hebben gedaan in economische voorspoedige tijden, niet teniet worden gedaan. Het vraagt om anticyclisch investeren in deze groep mensen. Het vraagt ook om versterking van de regie over het eigen leven; het gevoel ‘in actie’ te zijn draagt bij aan een gevoel van eigenwaarde, en daarmee aan gezondheid en bestaanszekerheid. Juist nu participeren kan voorkomen dat deze groep grotere (psychische) gezondheidsproblemen ontwikkelt. Verder vraagt het daarom om een verdere investering in ander soort werk. Hoe zorgen we dat deze groep niet (opnieuw) langs de kant komt te staan en naar vermogen mee kan blijven doen? Hoe creëren we een passend werk- en participatieaanbod voor deze groep? Kan het concept van een basisbaan hier (een deel van) de oplossing bieden, of zijn er andere oplossingen wenselijk? Voor ieder mens ziet de weg naar ‘meedoen’ er anders uit. Werken moet meer lonen, we willen drempels wegnemen en we moeten het eenvoudiger maken voor onze inwoners. Dit alles vraagt een multihelix-investering van overheid (gemeente/regio), onderwijs, ondernemers en maatschappelijke partners. Ten slotte vraagt het om een aanhoudende aandacht en langdurige investering. Nabijheid en maatwerk zijn geen snel wondermiddel.
Bied iedereen de mogelijkheid mee te blijven doen
Juist nu is het belangrijker dan ooit dat we een maximale inzet plegen om iedereen perspectief te bieden, juist ook voor degenen voor wie ‘meedoen’ niet vanzelfsprekend is. We willen investeren in een structurele manier van werken. Zowel voor mensen die op dit moment de bijstand instromen en we hier niet eerder tegenkwamen, als voor mensen die al langer afhankelijk waren van bijstand. Allemaal verdienen zij onze inzet. Geef ons de mogelijkheid daartoe.
Investeren in nabijheid sociaal domein (Waalwijk)
Sociaal domein: investeren in nabijheid loont
Activeren inwoners Waalwijk
Wat is er aan de hand?
Veel mensen uit de populatie van Baanbrekers met een bijstandsuitkering zitten in Waalwijk thuis op de bank zonder iets om handen te hebben. Zijn niet maatschappelijk actief. Maar zouden best wel iets willen ondernemen. Denk aan het oppakken van vrijwilligerswerk, deelname aan een activiteit of lidmaatschap van een vereniging. Er zijn talloze mogelijkheden.
De gemeente Waalwijk vindt het belangrijk het welzijn van deze groep mensen te bevorderen. Door ze mee te laten doen in onze samenleving ontwikkelen ze meer eigenwaarde, zelfvertrouwen, een sociaal netwerk en een zinvolle invulling van de dag. Om die reden heeft de gemeente een experiment opgezet om die mensen actief mee te laten doen aan activiteiten die bijdragen aan de maatschappij. Meedoen is daarbij een breed begrip. De gemeente stelt hier wel een norm: ze wil dat iedereen die mee kan doen ook werkelijk meedoet. Hierbij voert de gemeente geen harde tegenprestatie uit, maar verwacht ze een open houding om ‘iets’ te gaan doen. Belangrijk is wel dat de mensen intrinsiek gemotiveerd zijn. Dit bepaalt in belangrijke mate het succes en de duurzaamheid van de resultaten, blijkt uit ervaring. Het gaat dus om mensen met een bijstandsuitkering die een te grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben en voor wie werk geen optie meer is. Deze mensen worden vanuit Baanbrekers warm overgedragen aan de gemeente. Het gaat hier om een groep van circa 460 mensen. De programma’s die gemeente Waalwijk hen aanbiedt, zijn op dit moment individuele coaching, hardlopen en coaching, intensieve coaching en streetwise coaching. Door de gemeente is hiervoor een budget van € 150.000 beschikbaar gesteld.
Wat is de stand van zaken nu?
Veel inwoners zijn thuis komen te zitten door corona, hebben (nog) minder contact en dreigen geïsoleerd te raken. Vooral aan het begin van de crisis heeft de gemeente pas op de plaats moeten maken. Fysieke gesprekken waren in die periode niet verstandig en verantwoord. Wel heeft de gemeente geprobeerd op alternatieve manieren in contact te blijven, zoals met (beeld)bellen. Waar nodig heeft ze geschakeld met team WijZ en ContourdeTwern. Zodra het weer kon, heeft de gemeente de fysieke gesprekken weer opgepakt en hebben de coaches hun activiteiten weer hervat. Een beperkt aantal deelnemers maakt flinke stappen. Hierbij gaat het om een select aantal mensen die tijdens het verrichten van vrijwilligerswerk groeien. Samen met Baanbrekers bekijkt de gemeente de mogelijkheden voor die deelnemers om regulier of beschut te gaan werken. Toeleiden naar werk is bijvangst, geen einddoel. Maar zoals gezegd, zijn er veel mensen met een baan door corona terecht gekomen in de bijstand. Mensen die vaak geen perspectief meer hebben op een baan. Dus de aanwas groeit.
Wat moet er nu gebeuren?
De inschatting is dat gemeente Waalwijk het niet gaat redden met een jaarlijks budget van € 150.000 om maatschappelijk activering na afloop van deze bestuursperiode structureel vorm te geven. Er moet geld bij.
Het stopzetten van dit experiment zal ertoe leiden dat de mensen een beroep gaan doen op zorg. Dat kost extra en het is niet nodig als we nu doorzetten.
Investeren in preventie en vroegsignalering (Goirle)
Met een lege portemonnee geen preventie en vroegsignalering
Wat is er aan de hand?
Wij willen graag in Nederland de zorg kantelen. We willen problematiek vroeg zien en snel oppakken, zodat problemen niet escaleren en er geen individuele voorzieningen nodig zijn. Daarom is het nodig om te investeren in preventie en vroegsignalering. Door de huidige financiële situatie van de gemeente Goirle is het onmogelijk om dit te doen. Het kost geld, tijd en energie om initiatieven op te zetten en preventieve voorzieningen goed in te richten.
Met een meer dan lege portemonnee kun je nergens in investeren. De kanteling kan daardoor onmogelijk worden waargemaakt.
Niet investeren en ook nog snijden in preventieve voorzieningen
Daarnaast is er niet alleen géén geld om te investeren. Het tekort is zó groot dat er ook gesneden moet worden in bestaande preventieve voorzieningen. In Goirle zijn zo al de randvoorzieningen in het onderwijs (een bijdrage aan de facilitaire ondersteuning, zoals conciërges) en het gebouw van het jeugd- en jongerenwerk wegbezuinigd.
In de nieuwe ronde van bezuinigingen zijn de ‘slachtoffers’:
- de plustaken van de GGD, die preventief ondersteunen rondom zwangerschap en geboorte,
- een afbreuk van de mantelzorgondersteuning,
- het afschaffen van het Marietje Kessels project, dat omvat weerbaarheidstrainingen in groepen 7 en 8 op school.
Na deze bezuinigingen zijn er alleen nog opties om bijvoorbeeld in het schoolmaatschappelijk werk te gaan snijden. En dat moeten we echt niet willen.
Vicieuze cirkel
Door het weghalen van preventieve voorzieningen, is de kans groot dat de druk op individuele voorzieningen gaat toenemen. En daarmee de bijbehorende kosten. Het is een vicieuze cirkel.
Investeren in woningen voor zelfstandig wonen
Fysiek en sociaal domein: investeren in woningen voor zelfstandig wonen
Wat hebben we bereikt?
Met elkaar vinden we het belangrijk dat inwoners van beschermd-wonensituaties doorstromen naar zelfstandig wonen. Dat scheelt niet alleen in kosten maar geeft inwoners ook meer zelfstandigheid en maakt echt meedoen in de samenleving makkelijker. In Regio Hart van Brabant maken we hier afspraken over en willen we de uitstroom naar zelfstandig wonen ook spreiden over de verschillende gemeenten in onze regio. Zo vergroten we de mogelijkheden voor inwoners en kunnen we de doorstroom uit zorginstellingen verbeteren. Maar nu stokt verdere ontwikkeling bij gebrek aan woningen.
Wat is er aan de hand?
Er zijn te weinig woningen beschikbaar voor mensen die vanuit een beschermd-wonensituatie zelfstandig kunnen en willen gaan wonen. In zijn algemeenheid is er sprake van woningnood. De woningbouwcorporaties hebben onvoldoende woningen en moeten tegelijkertijd een breed palet aan woningzoekenden bedienen. Sommige groepen krijgen voorrang maar dat leidt ertoe dat anderen nog langer moeten wachten.
Er is maar één echte oplossing en dat is dat er meer huizen komen. In de praktijk is er steeds minder grond beschikbaar en de wel beschikbare grond wordt steeds duurder. Om deze aan te kopen, ontbreken de financiële middelen. Op deze manier lukt het niet voldoende woningen te bouwen en de beweging naar zelfstandig wonen mogelijk te maken. Er is bij gemeente en woningbouwcorporaties gewoonweg onvoldoende geld beschikbaar om te investeren.
Eerste stappen onvoldoende
Er is op landelijk en provinciaal niveau beweging om het bouwen van woningen makkelijker te maken. Daarbij gaat het om geld en om regelgeving. Maar met name de financiële middelen zijn onvoldoende om het bestaande probleem op te lossen. Er is meer geld nodig om de gewenste beweging naar zelfstandig wonen mogelijk te maken. Die is belangrijk omdat het deze inwoners helpt deel uit te maken van de gemeenschap, bijdraagt aan werkgelegenheid én aan een reductie van de zorgkosten op langere termijn.
Abonnementstarief Wmo
Sociaal domein: abonnementstarief Wmo legt zware druk
Wat hebben we bereikt?
We hebben een succesvolle transitie van nieuwe taken Wmo en Jeugd achter de rug. Nu voelen we de gevolgen van het door het Rijk vastgestelde abonnementstarief Wmo. Dit leidt aantoonbaar tot hogere kosten voor met name Huishoudelijke Hulp toont een recent onderzoek van 32 gemeenten aan.
Abonnementstarief heeft aanzuigende werking
Het besluit een vast (laag) abonnementstarief te hanteren voor Wmo-ondersteuning leidt niet alleen tot minder inkomsten op bestaande dienstverlening maar leidt ook tot oneigenlijk gebruik. Gemeenten ervaren dat een steeds grotere groep inwoners een beroep doet op huishoudelijke ondersteuning via de Wmo. Daarbij gaat het om een groep die dit in het verleden zelf regelde en dat financieel ook kan dragen. Steeds vaker merken we de vraag naar huishoudelijke ondersteuning ‘want dat betaalt de gemeente’. Door het vaste abonnementstarief klopt deze bewe- ring! Het betekent wel dat de kosten fors oplopen en dat dit ten koste gaat van andere vormen van ondersteuning voor inwoners die onze hulp harder nodig hebben.
Stop de mogelijkheid tot oneigenlijk gebruik
De praktijk van het vaste abonnementstarief leidt daarmee tot hoge extra kosten zonder dat we inwoners onder- steunen die onze steun het hardste nodig hebben. Dat kan nooit de bedoeling zijn. Daarom willen we terug naar het uitgangspunt van decentralisatie van de Wmo in 2015 waarbij de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Waarbij gemeenten alleen ondersteuning bieden als burgers hun probleem niet zelf of met behulp van hun netwerk of algemene voorzieningen op kunnen lossen.
Jeugdwerkloosheidsvrije regio
Transformaties voor de lange termijn vragen nú om investeringen
Wat hebben we bereikt?
Al in 2015 heeft Regio Hart van Brabant zich gecommitteerd aan de European Youth Guarantee. Dat betekent dat alle jongeren die niet werken en niet op school zitten, binnen vier maanden geplaatst zijn op werk, opleiding, of een passend leer/werk- of zorgtraject. Dat doen we voor jongeren mét, maar ook voor jongeren zonder uitkering. Hart van Brabant werkt aan een jeugdwerkloosheidsvrije regio. Dat kunnen en doen we niet alleen; er is een brede samenwerkingsbasis met partners als Tilburg University, het UWV, middelbaar en speciaal onderwijs en maatschappelijke organisaties zoals jongerenwerk en maatschappelijk werk. Het programma loopt nu vier jaar en levert concrete resultaten. Tot de coronacrisis de arbeidsmarkt ruw verstoorde, was onze jeugdwerkloosheid historisch laag. Ruim 2.600 jongeren die voorheen buiten het zicht van instanties bleven, zijn bereikt en hebben een vorm van ondersteuning gekregen. Honderden jongeren zijn uitgestroomd naar werk, onderwijs of zijn toegeleid naar voor hen passende ondersteuning.
Een belangrijke succesfactor is het feit dat het proactief benaderen van de jongeren ervoor zorgt dat problemen worden opgepakt als de nog redelijk beheersbaar zijn – en daarmee goedkoper zijn op te lossen. Voor gemeenten bedraagt de return on investment 1 op 1,5. Wanneer ook de effecten zoals toename van productiecapaciteit en lagere zorguitgaven door verzekeraars worden meegerekend, bedraagt het rendement voor de maatschappij als geheel zelfs 1 op 6. Maar, de kosten gaan voor de baten.
Bekostiging onder druk
Het programma werd tot en met 2019 bekostigd vanuit een mix van gemeentelijke, provinciale en Europese financiering en inbreng ‘in-kind’ door de verschillende partners. De kosten voor dit programma bedragen circa een miljoen euro per jaar. Dit jaar is de provinciale bijdrage komen te vervallen en loopt ook een deel van de Europese subsidie af. Daarmee komt een groter deel van de financiering op de gemeenten aan. Met een steeds verder toenemende druk op de gemeentebegrotingen zien we dat gemeenten gedwongen zijn om harde keuzes te maken, ook in het sociaal domein. Zinvolle maar bovenwettelijke taken, zoals het proactief benaderen en vervolgens ondersteunen van jongeren zonder uitkering, worden daarmee reële bezuinigingsopties. Zelfs wanneer gemeenten zich volledig bewust zijn dat dit ‘pennywise, maar pound foolish’ is. Bij sommige gemeenten is het geld voor de benodigde voorinvestering er simpelweg niet meer. Twee van de negen gemeenten in Midden-Brabant krijgen de benodigde financiering dan ook niet rond. Bij andere gemeenten gaat het met grote moeite. Structurele inbedding van deze succesvolle aanpak, die jaarlijks voor honderden jongeren het verschil maakt, staat daarmee dus ook onder druk.
Stop deze afbreuk
Investeringen in lopende transformaties moeten het sociaal domein op langere termijn betaalbaarder maken. Dat kan alleen als er nu geïnvesteerd kan blijven worden. Zeker in programma’s zoals de jeugdwerkloosheidsvrije regio, waar op basis van een harde businesscase aantoonbaar succes wordt geboekt.
Deltaplan Techniek
Een sterke economische markt straks, vraag om investeringen op technisch onderwijs nú
Wat hebben we bereikt?
In Midden-Brabant is een bijzondere samenwerking opgezet tussen ondernemers, onderwijspartners, maatschappelijke organisaties en onderwijs. Samen zetten wij de schouders onder het stimuleren van instroom naar technische opleidingen, vanuit ons Deltaplan Techniek. Noodzakelijk want het ontbreekt aan voldoende technische vmbo-opleidingen in de regio. Dat betekent een te lage doorstroom naar technische mbo-opleidingen en dito uitstroom naar het werkveld. En omdat onze regionale economie harder groeit dan het landelijk gemiddelde, is er in Midden-Brabant een hoge spanning op vacatures in de technische markt.
Ons Deltaplan Techniek kent verschillende actielijnen die elkaar versterken en – hoewel pas twee jaar in uitvoering – nu al vruchten afwerpen. Het Deltaplan is vernieuwend omdat voorheen werd aangenomen dat het informeren van jongeren zou leiden tot een interesse in techniek en een voorkeur voor een technische opleiding. Landelijke campagnes waren hier ook op ingestoken. Uit onderzoek blijkt echter dat jongeren techniek moeten ervaren. Dat ervaren leidt tot een veel grotere interesse en voorkeursontwikkeling. Daarom wordt het bedrijfsleven in onze regio actief bij het onderwijs betrokken. Zij gaat jongeren structureel technische ervaringen bieden.
Een van de andere actielijnen is gericht op het kwalitatief verbeteren van het technische curriculum in het primair en vmbo-onderwijs. Zo zijn negen vmbo-scholen in onze regio samengebracht om in onderlinge afstemming hun onderwijsprogramma aan te passen en te verbeteren.
Bestaande regionale organisaties als het Ontdekstation013, het Platform Promotie Techniek en Techniekplatform de Langstraat hebben zich achter het Deltaplan Techniek geschaard en zijn structureel verbonden bij de gezamenlijke planvorming. Deze breed gedragen samenwerking maakt dat het Deltaplan Techniek cruciaal is geworden in de ontwikkeling van het techniekonderwijsprogramma in het vmbo en het primair onderwijs in de regio.
Voortbestaan Deltaplan Techniek onzeker
Verschillende van de actielijnen worden bekostigd met een Sterk Techniekonderwijs subsidie van vier miljoen euro door de ministeries OCW en EZK. Deze regeling loopt nog drie jaar. Dan moet de samenwerking met en tussen scholen zichzelf kunnen dragen. De actielijn voor ervaringsplaatsen met het bedrijfsleven wordt gefinancierd middels de TiB-regeling (Toptechniek in Bedrijf van de ministeries OCW en EZK), maar dit loopt na januari 2021 af.
De verschillende financieringsoplossingen per actielijn of deelproject zijn specifieke aan het onderwijs geoormerkte gelden. Willen we dat een structurele inbedding van het Deltaplan in Regio Hart van Brabant slaagt, dan zal het deel van de middelen voor o.a. cruciale bedrijfs- en schoolonafhanklijke coördinatie en regionaal schooloverstijgende projecten door de gemeenten gedekt moet worden. Door druk op de lokale begrotingen is het de vraag of dit realiseerbaar is en daarmee staat de continuering van het Deltaplan Techniek onder druk.
Zorg voor financiële ruimte om lokaal te investeren en innoveren
Zolang de druk op de lokale begrotingen dermate groot blijft, zal er geen ruimte zijn voor innovatieve en duurzame ontwikkelingen als het Deltaplan Techniek. We houden de spanning op vacatures in de technische markt in stand en doen de regionale economie daarmee tekort. Hoe zal die zich verder kunnen ontwikkelen?
Beheer openbare ruimte (Goirle)
Beheer openbare ruimte, het kan en mag niet minder
Wat is er aan de hand?
Onze inwoners wonen graag in Goirle, een groene gemeente met goede voorzieningen. Goirle moet de komende jaren bezuinigen op het onderhoud en het beheer van de openbare ruimte. Alleen al in 2020 hebben we 1 miljoen minder te besteden. Daarmee komt de leefbaarheid onder druk te staan. Een goede infrastructuur en een goed onderhoudsniveau van de openbare ruimte zorgt voor een mooie, veilige en bereikbare woon- en werkomgeving, dat maakt Goirle aantrekkelijk voor onze inwoners.
Adhoc oplossingen kosten geld, klimaatverandering vraagt om onderhoud
Door bezuinigingen schuift het noodzakelijke onderhoud op. Dit heeft een negatief effect op het onderhoudsniveau van de weg, het groen en de riolering. We zien steeds vaker acute problemen die we ad-hoc op moeten lossen. Deze vaak tijdelijke lapmiddelen kosten de gemeente behoorlijk veel geld. De invloeden van de klimaatsverandering (wateroverlast en hittestress) maken dat aanpassingen en onderhoud steeds belangrijker zijn.
Wat schuift op
Het afgelopen jaar en de komende jaren stonden de volgende straten op de planning: De Dorpstraat/ Van Hogendorpplein en de Schootjesbaan. Maar ook de straten in twee hele wijken, namelijk de Pastorenbuurt en de straten in de wijk’t Ven. Dit onderhoud is nu uitgesteld.
Verschuiving brengt later hogere kosten met zich mee
Doordat deze investeringsprojecten nu doorschuiven, zijn de komende jaren nog hogere investeringsbudgetten noodzakelijk om de wegen aan te pakken. Projecten stapelen zich op en moeten uiteindelijk tegelijkertijd aangepakt worden. Dit vraagt om extra capaciteit van de gemeente om de projecten voor te bereiden. De inzet van extra capaciteit brengt kosten met zich mee. Vervolgens komt de gemeente na de afschrijvingstermijnen wederom voor grote investeringen te staan, omdat alles weer bij elkaar komt.
Beheer openbare ruimte (Loon op Zand)
Beheer openbare ruimte: een niveau lager kan echt niet meer!
Wat is er aan de hand?
De kwaliteit van de openbare ruimte speelt een belangrijke rol in de beleving en de leefbaarheid. Mensen wonen graag in onze groene gemeente, bedrijven vestigen zich hier vanwege de goede infrastructuur en toeristen komen hier graag vanwege het groene karakter en mooie buitengebied. Voor de gemeente liggen er opgaves op het gebied van energietransitie, klimaatadaptatie, biodiversiteit etc. Hiermee wordt er veel van de openbare ruimte verwacht en daarnaast heeft de beheerder van de openbare ruimte ook een wettelijke taak: in stand houden van de kapitaalgoederen op een dusdanige wijze dat er geen kapitaalvernietiging plaats vindt.
Afgelopen jaren is er veel bezuinigd op het onderhoud van de openbare ruimte: vervangingen zijn niet uitgevoerd en het onderhoud moet op een steeds lager niveau worden uitgevoerd in verband met de financiële situatie van de gemeente.
Hoe ziet dit er nu uit?
Als gekeken wordt naar de huidige situatie dan is de kwaliteit van de openbare ruimte afgelopen jaren verder terug gelopen. Dit blijkt uit de inspecties die bijvoorbeeld bij wegen en groen zijn uitgevoerd. Onderstaand staatje van de gemeente Loon op Zand schetst treffend de situatie bij meerdere gemeenten:
Onderdeel | Areaal | Kwaliteit | Vervangingswaarde |
Riolering | 135,3 km leidingen 10.000 kolken | Kwaliteit areaal op orde en opgave voor opvang water | € 87 miljoen |
Verhardingen | 1.556.700 m2 | 20% areaal voldoet niet aan kwaliteit | € 97 miljoen |
Groen | 1.374.204 m2 | 30% areaal voldoet niet aan kwaliteit | € 9 miljoen |
Speelvoorzieningen/ straatmeubilair | 1.431 stuks | 50% areaal voldoet niet aan kwaliteit | € 9 miljoen |
Openbare verlichting | 5.700 masten, 5.800 armaturen | 30% areaal voldoet niet aan kwaliteit | € 4 miljoen |
Civiele kunstwerken en duikers | 13 objecten 1.165 duikers | 15% areaal voldoet niet aan kwaliteit | NTB |
Voor de inwoners, bedrijven en toeristen van onze gemeente is dit ook zichtbaar, hieronder een aantal voorbeelden.
- In het Groenstructuurplan en Bomenbeleidsplan is een duidelijke ambitie vastgelegd als het gaat over het groene karakter van onze gemeente. Beide plannen zijn echter zonder financiën vastgesteld. Dit houdt concreet in dat groenstructuren die onderbroken zijn zoals in de Van Haastrechtstraat, Huijgenstraat en de linten niet worden hersteld.
- In het groen is veel eenzijdigheid aanwezig, in verband met bezuinigingen zijn veel groenvakken en hagen verwijderd en vervangen door gazons. Hiermee is de variatie in het groen heel beperkt en dat zorgt voor een eentonig beeld . Het draagt ook niet bij aan de biodiversiteit. Dit is bijvoorbeeld het geval in de Gildeweg.
- Afgelopen jaren is er weinig geld beschikbaar geweest voor de vervanging van wegen, uitsluitend hetgeen onveilig was is aangepakt. Met name toeristische knooppunten en routes hebben hierbij geen aandacht gehad. Hierbij moet gedacht worden aan de fietspaden langs de Van Haastrechtstraat en Roestelbergseweg. Ook is investeren in een extra fietsontsluiting met calamiteitenvoorzieningen naar de Loonse en Drunense Duinen niet uitgevoerd vanwege het ontbreken van middelen.
- Vanuit groen hebben er afgelopen jaren geen vervangingen plaats gevonden en het snoeien is minimaal uitgevoerd. Het aanwezige groen is daardoor van slechte kwaliteit: plantvakken zijn leeg, beplanting is verouderd waardoor het afsterft, etc. Dit is duidelijk zichtbaar in wijken zoals Molenwijk-Zuid en de Vaartbuurt. Ook pleintjes zoals Ferdinand Bolplein en Crispijnstraat moeten nodig aangepakt worden.
- De speelvoorzieningen en trapveldjes in de gemeente Loon op Zand zijn afgelopen jaren minimaal onderhouden, ze zijn veilig conform de wettelijke richtlijnen. Ook is het aanbod binnen de gemeente beperkt doordat nieuwe realisatie niet mogelijk was in verband met gebrek aan financiële middelen. Er zijn toestellen versleten en voldoen niet meer aan de vraag vanuit de jeugd. Het aanbod van speelvoorzieningen en trapveldjes levert een belangrijke bijdrage in de gezondheid van de kinderen. Buitenspelen bevordert de ontwikkeling van de sociale, cognitieve en motorische vaardigheden van kinderen. Een speelplek biedt kinderen een goede gelegenheid om leeftijdsgenoten te ontmoeten, samen te spelen, samen te werken en compromissen te sluiten. Ook wordt overgewicht met buitenspelen voorkomen.
Geef de openbare ruimte de waardering die zij verdient
Zoals aangegeven levert de openbare ruimte een belangrijke bijdrage in de beleving van onze gemeente en draagt bij aan doelstellingen die op verschillende terreinen worden gesteld. Met voldoende financiële middelen kan de openbare ruimte haar functie ook goed vervullen en wordt het belangrijkste doel van het beheer het voorkomen van kapitaalsvernietiging ook daadwerkelijk gerealiseerd.
Culturele centra
Ontmoeten levensbehoefte: behoud voorzieningen in sociale basis
Wat hebben we bereikt?
In onze dorpen en wijken kennen we allerlei locaties waar mensen elkaar ontmoeten. Zo ligt in het geografisch hart van Goirle ook het culturele hart van Goirle: Cultureel Centrum Jan van Besouw. Gevestigd in een voormalig klooster biedt Cultureel Centrum Jan van Besouw plaats aan tal van activiteiten. De schitterend gerenoveerde accommodatie leent zich daar dan ook uitstekend voor: een grote theaterzaal, Annetje van Puijenbroek Kapel, foyercafé, cursusruimten, congres- en vergaderzalen, ateliers, een muziek- en balletschool en een studio voor radio en tv. Kortom: het kloppend culturele hart van Goirle. Deze voorziening en vergelijkbare voorzieningen in de regio als De Leest en Het Huis in Waalwijk komen in het licht van de financiële druk op gemeenten in de gevarenzone.
Leefbaarheid onder druk
Eventuele bezuinigingen op deze voorzieningen gaan niet over een gebouw, maar over mensen. Er komen bezoekers van alle leeftijden. Er opereren veel disciplines, heel veel verenigingen en sociaal maatschappelijke activiteiten. Het spreekuur van de huisarts zou veel drukker zijn als de mensen hier hun verhaal niet kwijt kunnen. Het draait om aandacht, je verhaal kunnen doen, elkaar zien. Het cultureel centrum is een uitlaatklep. Het is belangrijk dat je dit soort plekken hebt in gemeenten, waar mensen elkaar kunnen ontmoeten en elkaar kunnen versterken. Als we moeten bezuinigen, hollen we het geluk en de leefbaarheid uit. We hebben dan nog minder mogelijkheden om activiteiten te organiseren, nog minder mogelijkheden om hier een samenleving te creëren waar iedereen mee kan doen. Dan wordt het heel schraal. Kort gezegd is er dan steeds minder aan.
Stop deze versobering
Gezondheid van mensen hangt samen met hun welbevinden. Het verdwijnen van deze voorzieningen zal ertoe leiden dat mensen een beroep gaan doen op sociale voorzieningen en zorginstellingen. Dat kost extra en het is niet nodig als we nu ingrijpen. In goed Nederlands ‘penny wise, pound foulish’. Stop daarom de versobering op verbindende voorzieningen.
Regiodeal
De overheid als betrouwbaar partner in intensieve samenwerking met bedrijfsleven
Wat hebben we bereikt?
In Midden-Brabant investeren wij sinds jaar en dag in de duurzame groei en brede welvaart vanuit een intensieve samenwerking tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen, overheid en maatschappelijke organisaties. Samen met regio West-Brabant heeft dat geleidt tot de regiodeal Makes & Moves. Maar liefst zes ministeries zijn hierbij betrokken: het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, ministerie van Economische Zaken en Klimaat, en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
De bijdrage van onze regio aan de ‘BV Nederland’ concentreert zich in deze regiodeal op het versneld, slimmer en duurzamer maken van productie en distributie, via zeventien ambitieuze projecten. Niet onlogisch want gezamenlijk zijn deze regio’s in toegevoegde waarde aan het BNP de absolute nummer 1 van Nederland in logistiek en de nummer 2 van Nederland in de maakindustrie. Dit is bekrachtigd door het rijk middels een regiodeal waarin de Rijksmiddelen maar liefst verdertienvoudigd worden door de samenwerkingspartners uit bedrijfsleven, kennisinstellingen, lokale en provinciale overheden en andere partners. Daarmee heeft onze regiodeal de grootste multiplier op de door de Rijksoverheid geïnvesteerde middelen.
Bekostiging onder druk
Als de bijdrage vanuit de lokale overheden onder druk komt te staan door de tekorten op begrotingen, staat het volledige financieringsmodel van onze regiodeal onder druk. De projecten die hieruit voortkomen (en waarvan sommige al in volle gang zijn), komen mogelijk niet volledig tot wasdom, als overeengekomen investeringen vanuit gemeenten niet waar gemaakt kunnen worden.
Stop deze spanning op het financieringsmodel
Wat nu verdwijnt, kan in de toekomst alleen tegen hogere kosten worden hersteld en het doet in hoge mate afbreuk aan het vertrouwen in de (lokale) overheid als samenwerkingspartner. Juist bij een ambitieus programma als de regiodeal Makes & Moves moeten gemeenten hun inzet ook financieel kunnen garanderen in tijden dat de financiën zwaar onder druk staan.
Verduurzamen leisuremarkt
Transformaties voor de lange termijn vragen nú om investeringen
Wat hebben we bereikt?
Midden-Brabant staat bekend om haar vrije tijds- en recreatiesector, met grote trekkers als De Efteling en de Safaripark Beekse Bergen. Daarnaast is er een divers aanbod aan kleinere recreatieaanbieders, wat een aangename vrije tijdsbalans biedt voor zowel inwoners als bezoekers. Het zijn echter deze kleinere aanbieders die juist meer moeite hebben om klimaatmaatregelen binnen hun eigen onderneming te treffen. Hiervoor hebben we het programma Een Gezond Leisureklimaat. Sinds 2018 zijn ruim 500 ondernemers in onze regio geïnspireerd en geactiveerd om klimaatmaatregelen te nemen.
Geen middelen, geen duurzame ontwikkeling
Een Gezond Leisureklimaat wordt voor een goed deel gefinancierd uit lokale middelen. De negen gemeenten in Hart van Brabant delen samen 80% van de bekostiging. Zonder deze middelen kan het programma niet bestaan en het gevolg daarvan is dat de duurzame klimaatmaatregelen die zo hard nodig zijn binnen de recreatiesector zullen achterblijven, omdat dit niet de prioriteit heeft voor kleinere ondernemers. Over het algemeen hebben zij minder investeringsruimte, tijd of expertise op het gebied van duurzaamheid. Ons programma biedt hen de kennis, inspiratie en het netwerk om wel zelf tot stappen te komen.
Concreet is de financiering voor Een Gezond Leisureklimaat nu met moeite rondgekomen tot en met 2022. Drie van de negen gemeenten konden niet zonder meer bijdragen. Met de spanning op de lokale begrotingen is het vervolgens maar de vraag of Een Gezond Leisureklimaat na 2022 doorgang kan vinden.
Stop de spanning op deze duurzame ontwikkeling
Investeringen in lopende transformaties moeten de vrijetijds- en recreatiesector op langere termijn klimaatbestendig en duurzaam maken. Dat kan alleen als er nu geïnvesteerd kan blijven worden. Zeker in programma’s zoals Een Gezond Leisureklimaat, dat een grote groep kleine ondernemers weet te bereiken die bij klimaatvraagstukken vaak buiten beeld blijft.
Druk op vrijetijds- en recreatiesector (Loon op Zand)
Inwoners en ondernemers betalen de rekening
Wat hebben we bereikt?
Gemeente Loon op Zand is een belangrijke schakel in de vrije tijds- en recreatiesector in Midden-Brabant. Met grote trekkers als De Efteling en een divers aanbod aan kleinere recreatieaanbieders, wat een aangename vrije tijdsbalans biedt voor zowel inwoners als bezoekers.
Wat is er aan de hand?
Net als zo veel gemeenten in Nederland zien we onze lasten sneller stijgen dan de bijdrage die we van het Rijk ontvangen. De rekening komt uiteindelijk terecht bij onze inwoners en ondernemers. In 2020 verhoogden we de OZB en de toeristenbelasting. Wat is de echte rekening die we moeten presenteren?Het is makkelijk om te zeggen dat we accommodaties moeten sluiten, dat de bibliotheek of het cultureel aanbod moet wijken. Maar wat maakt Loon op Zand uniek? De Loonse en Drunense Duinen en de Efteling zijn twee attracties met grote aantrekkingskracht op bezoekers uit binnen- en buitenland. We verhoogden de toeristenbelasting in 2020 met 50% naar € 3,- per hotelovernachting. Hoewel dit aansluit bij het landelijk gemiddelde, is het effect voor de toeristische sector in Loon op Zand groot. Die prijs moet wel in verhouding staan tot de voorzieningen die de gemeente te bieden heeft. Bezoekers die een paar dagen blijven, gaan niet alleen naar de Efteling. Zij willen ook naar een terras of restaurant. Zij willen ook hun boodschappen kunnen doen en eventueel winkelen. Zij willen dynamiek en sfeer in onze kernen. Wanneer voorzieningen verdwijnen en daarmee het leven uit de kernen gaat, wordt het steeds minder interessant om de regio te bezoeken. En dat is het begin van een ongewenst domino-effect:
- Minder bezoekers leidt tot lagere opbrengsten toeristenbelasting
- Minder bezoekers leidt tot minder bouwprojecten en daarmee ook lagere legesopbrengsten
- Minder bezoekers leidt tot minder werkgelegenheid, ontslagen en daarmee een toename van de bijstand
- Door een verschraling van voorzieningen, loopt de leefbaarheid en het welzijn van de inwoners terug en daarmee een grotere kans op een toename van de zorgkosten
- Door economische teruggang ontstaat leegstand maar ook negatieve druk op de woningmarkt
Rol gemeente als katalysator belangrijk
De gemeente is de katalysator om te zorgen dat de samenleving blijft draaien. We zorgen er met elkaar voor dat dit domino-effect wordt afgeremd. We maken keuzes zoals de verhoging van de toeristenbelasting. We zoeken onze eigen grenzen op om onszelf uit te dagen tot innovatie en optimalisatie. En dit alles om ervoor te zorgen dat we de echte pijnlijke keuzes niet hoeven te maken. U kunt daarbij helpen.
Investeren in mobiliteit
Fysiek domein: investeringen in mobiliteit
Wat hebben we bereikt?
De afgelopen jaren is er veel geïnvesteerd in een goede infrastructuur om wegen veiliger te maken, de doorstroming te verbeteren en bijvoorbeeld fietsers de ruimte te geven. Daarnaast zijn er gestructureerde onderhouds- en reconstructieplannen om de kwaliteit van deze infrastructuur ook op langere termijn zeker te stellen.
Wat is er aan de hand?
Door de grote druk op de beschikbare financiële middelen en de onzekerheid voor de komende periode ontstaan de volgende patronen:
- De aanpak kruispunten, gevaarlijke wegvakken en delen van (snel)fietsroutes die door de gemeente lopen, kunnen niet meer worden betaald. Projecten met meerdere gemeenten komen zo onder druk te staan.
- Reconstructies van wegen worden uitgesteld.
- Het onderhoud van wegen wordt uitgesteld en dat baart grote zorgen voor de toekomst. Dit gaat op termijn leiden tot veel grotere kosten.
- De schaarste aan middelen die ontstaat, tempert het halen van de ambities. Door de corona weten we niet wat er (ook op de langere) termijn op ons afkomt en daarom worden de langere termijn projecten niet op tijd voorbereid.
- De grote uitgaven in het sociaal domein nekt kleine gemeenten bij de uitvoering van mobiliteitsprojecten.
Helderheid draagt bij aan economie
Helderheid over de beschikbare middelen betekent dat geplande projecten door kunnen gaan en nieuwe gepland kunnen worden. Dat is niet alleen van belang voor de veiligheid op en kwaliteit van de wegen maar ook voor de economie. Met de activiteiten aan onze infrastructuur zijn vele banen gemoeid.
Investeren in snelfietsroute
Fysiek domein: investeringen in snelfietsroute
Wat hebben we bereikt?
De aanleg van een zeventien kilometer lange snelfietsroute leidt tot een toekomstbestendige, hoogwaardige en duurzame fietsverbinding tussen Oosterhout, Dongen en Tilburg. Deze verbinding is een onderdeel van het Brabantse snelfietsroutenetwerk tussen de steden en economische toplocaties in de provincie Noord-Brabant. Doortrekkend naar Eindhoven ontstaat hiermee het langste fietspad van Brabant.
De laatste stap voor daadwerkelijke realisatie is het ondertekenen van een bestuursovereenkomst waarin alle partners tekenen voor onder andere uitvoering en financiële borging van het project. Alle partners zijn deel van het proces en willen de bestuursovereenkomst ondertekenen. Als dat niet lukt is er geen sprake van een snelfietsroute, ook niet binnen de andere gemeentegrenzen.
Wat is er aan de hand?
Op dit moment verkeren we, net als onze samenwerkingspartners in dit project, in een grote financiële onzekerheid. Voor Dongen zijn de kosten van de fietsroute langs het Wilhelminakanaal begroot op ruim zeven ton. De gemeenteraad vindt dat, gelet op de financiële problemen bij de gemeente, een veel te groot bedrag en gaf eerder aan een streep door het voorstel te willen zetten.
Het project is inmiddels ingediend voor een bijdrage vanuit het Rijk, de zogeheten impulsregeling verkeersveiligheid. Verwachting is dat medio november 2020 duidelijkheid over komt. Ondanks de bijdrage vanuit het Rijk blijft er nog en fors bedrag over. Daarover is Dongen in gesprek met de provincie.
Snelfietsroute draagt bij aan meerdere doelen
Het project draagt bij aan landelijke, regionale en lokale ambities op het gebied van gezondheid, duurzaamheid, milieu, economie en regionale samenwerking en versterking.
Het upgraden van de huidige fietsroute naar een snelfietsroute draagt bij aan comfort, veiligheid, beleving en snellere lokale en regionale fietsverbinding voor wat betreft het fietsgebruik woon-werk en woon-onderwijs met als mooie bijvangst de recreatieve gebruikers.