Gemeenschappelijke regeling
De basis voor onze samenwerking is een gemeenschappelijke regeling (GR). Deze regeling bevat de onderlinge afspraken die we hebben gemaakt voor onze samenwerking. De laatste versie van onze regeling vind je als PDF hieronder.
In onze gemeenschappelijke regeling zijn niet veel bevoegdheden of taken bij Regio Hart van Brabant belegd. We vormen een lichte samenwerking met zo min mogelijk overdracht van (beleids-) bevoegdheden. Het is vooral een overlegstructuur waar we als colleges en raden zelfbindende afspraken maken. Het voortdurende streven is dat de realisatie van lokaal geformuleerde ambities worden versterkt door wat we regionaal afspreken.
Uitzondering daarop is jeugdhulp. Hierover vind je meer op de pagina’s van de bestuurscommissie Jeugd.
Waarom regionaal samenwerken?
Soms werken we samen omdat het moet. Soms omdat het slim is. Zo stuurt het Rijk onze samenwerking door opgaven neer te leggen op een regionaal schaalniveau. Denk hierbij aan een onderwerp als de regionale energie- en klimaatstrategie (REKS). Op andere onderwerpen, zoals gebiedsopgaven, is het slim om samen te werken. Bijvoorbeeld omdat vijf van onze gemeenten grenzen aan de Loonse en Drunense duinen. Of omdat het efficiënter is iets één keer samen op te pakken dan elf keer apart, zoals de inkoop van dienstverlening in het sociaal domein. En als het gaat om subsidieaanvragen zoals bij de regiodeal, staan we veel sterker als we samen een bod neerleggen bij het Rijk.
We werken dus samen als dat de lokale ambities versterkt; als het geheel groter is dan de som der delen.
Verlengd lokaal bestuur
Regio Hart van Brabant is een college- en radenregeling en is een vorm van zogenaamd verlengd lokaal bestuur. Dat betekent dat de raden mandaat geven aan hun colleges om belangen te behartigen op regionaal niveau en om binnen de kaders van de vastgestelde begroting gezamenlijke besluiten te nemen. De wethouders en burgemeesters leggen lokaal verantwoording af aan hun eigen raad over de afspraken die zij regionaal met hun medebestuurders maken. De bestuurscommissie Jeugd heeft verdergaande bevoegdheden, waarover je hieronder meer leest.
We kiezen als samenwerkende gemeenten expliciet niet voor de vorming van een regioraad. De mogelijkheid hiertoe en wenselijkheid hiervan is uitgebreid onderzocht en herhaaldelijk van de hand gedaan, zowel door raadsleden als collegeleden. Het meest recent naar aanleiding van het governance-onderzoek, uitgevoerd door Tilburg University. En hoewel het verlengd lokaal bestuur zeker uitdagingen met zich meebrengt, vinden we dit toch de meest efficiënte, effectieve en democratisch gelegitimeerde vorm van samenwerking voor Regio Hart van Brabant.
Wil je meer weten over het verlengd lokaal bestuur en de rol van de raden kijk dan op:
Gecombineerde raden- en collegeregeling
Om op juridisch verantwoorde wijze subsidies in het sociaal domein te verstrekken, hebben we in 2022 de GR Regio Hart van Brabant uitgebreid van een collegeregeling naar een gecombineerde raden- en collegeregeling. De bevoegdheid tot het vaststellen van verordeningen op grond waarvan subsidies kunnen worden verstrekt, hebben de gemeenteraden overgedragen aan het algemeen bestuur van Regio Hart van Brabant. Het algemeen bestuur delegeert deze bevoegdheid aan de bestuurscommissie Jeugd, zodat deze besluiten kan nemen over het jeugdhulpbeleid en bijbehorende subsidies.
Meer over de bestuurscommissie Jeugd lees je op deze pagina >
Bijzondere positie drie gemeenten
Drie van de elf deelnemende gemeenten hebben een bijzondere positie omdat zij aan twee regionale samenwerkingsverbanden deelnemen. Het gaat dan om de gemeenten Alphen-Chaam, Baarle-Nassau en Heusden.
- Gemeenten Heusden neemt ook deel aan Regio Noordoost-Brabant.
- De gemeenten Alphen-Chaam en Baarle-Nassau zijn in januari 2022 toegetreden tot de gemeenschappelijke regeling Regio Hart van Brabant. Zij doen de eerste bestuursperiode alleen mee in het sociaal domein. Dat betekent dat zij op dit moment niet deelnemen in het fysieke of economische domein. Hiervoor participeren zij in Regio West-Brabant. Het is de bedoeling om voor de periode na 2026 te bepalen of volledige deelname wenselijk en mogelijk is.