Een schaalsprong in het OV is essentieel om de woningbouwopgaven in de Stedelijke Regio Breda – Tilburg (SRBT) mogelijk te maken. In een brief aan de provincie vraagt Theo Weterings, voorzitter van het algemeen bestuur Regio Hart van Brabant, de provincie om deze schaalspong (ook financieel) mogelijk te maken.
Gezien de grote woningbouwopgaven en het belang van een goede bereikbaarheid van onze werklocaties en voorzieningen, is dit onderwerp urgent. Wegen slibben dicht en voor auto’s in de steden is steeds minder plek. Dat geldt in de toekomt ook steeds meer voor de kleine kernen.
OV-schaalsprong
Om de woningbouwopgaven in de Stedelijke Regio Breda – Tilburg (SRBT) mogelijk te maken, is een OV-schaalsprong noodzakelijk. Die schaalsprong is niet te realiseren binnen de huidige financiële middelen die de provincie voor het OV beschikbaar heeft. Omdat op dit moment de formateur van de provincie met de onderhandelaars in gesprek is over het nieuwe college(programma), besloot het wethoudersoverleg Mobiliteit op korte termijn een brief te sturen naar de provincie.
Oproep aan de provincie
Die brief is 5 juni gestuurd namens de samenwerkende gemeenten door de voorzitter van het algemeen bestuur Regio Hart van Brabant Theo Weterings. De ontvangers zijn formateur Pieter Verhoeve en de onderhandelaars Martijn van Gruijthuijsen, John Frenken, Jade van der Linden en Ward Deckers. Met een kopie aan de heer Stijn Smeulders, de gedeputeerde mobiliteit. Daarin staat de oproep om ‘(…) met ons deze schaalsprong mogelijk te maken en de nodige financiële middelen te reserveren om het toekomstig OV effectief in te richten (…).’
Samen doen
En: ‘(…) We gaan graag met het nieuwe provinciebestuur in gesprek om in het licht van de voorbereiding van de nieuwe OV-concessie Oost-Brabant verdere afspraken te maken over de schaalsprong OV in onze regio. Op korte termijn willen we met de provincie en vervoerder onderzoeken hoe Bus Rapid Transport (BRT), te beginnen op de as Tilburg-Waalwijk- ’s-Hertogenbosch, kan worden ingevoerd. De opgaven waar de provincie, regio’s en gemeenten voor staan zijn te groot en te belangrijk om dit niet samen te doen (…)’.